Werkdruk verminderen; meebeslissen over het werkverdelingsplan

Meebeslissen over taakbeleid; aan de slag met het werkverdelingsplan

Met ingang van het schooljaar 2019-2020 komt er een nieuw taakbeleid op schoolniveau; het werkverdelingsplan. Dit komt in de plaats van het basismodel en het overlegmodel en staat beschreven in de nieuwe CAO PO die is afgesloten.
Uitgangspunt bij de werkverdeling is dat het team een bepalende rol krijgt bij de werkverdeling. Dus jij als leerkracht gaat meebeslissen hoe zaken op jouw school geregeld worden.

Samenvatting
Het werkverdelingsplan betekent dat er minder regels in de CAO staan over hoe werk verdeeld moet worden. Er komt meer ruimte om dit op schoolniveau, passend bij de school en het team uit te werken. Er staat expliciet in dat alle teamleden in de gelegenheid gesteld moeten worden om mee te praten, zodat de regelmogelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie liggen. Jij hebt als leerkracht hier dan ook invloed op.
In overleg met elkaar is nu ook al van toepassing als het gaat om taakbeleid, zowel in het basis als het overlegmodel. Een directeur bespreekt met het team de plannen en werkzaamheden voor volgend jaar en stemt dit vervolgens met de individuele medewerker verder af. In die zin verandert er niet veel, behalve dat samen nog nadrukkelijker is vastgelegd.
Het werkverdelingsplan geeft mogelijkheden om opnieuw met elkaar te kijken naar de werkverdeling, maar het is ook mogelijk om huidige afspraken uit het basis of overlegmodel te handhaven. Als het team het hierover maar met elkaar eens is.
De 40-urige werkweek zou weer van tafel kunnen; het is geen uitgangspunt meer voor de tijdsverdeling. Het geldt alleen nog om vast te stellen wat iemands werktijdfactor, salaris en aantal verlofdagen zijn.

Hoe het werkt
Het nieuwe Hoofdstuk 2 uit de CAO PO, wat geldt per 1 augustus 2019, geeft samen met een Infographic Werkverdeling (zie afbeelding) aan hoe het werkverdelingsplan tot stand komt. Het eerste deel moet op bestuursniveau vorm krijgen, dit is in de vorm van een meerjarenformatiebeleid en bestuursformatieplan met richtinggevende uitspraken voor de scholen. Het tweede deel krijgt vorm op schoolniveau, waarbij zoveel mogelijk het hele team betrokken is en moet instemmen. Tenslotte worden afspraken gemaakt met de individuele medewerker.

Bestuursniveau

De werkgever stelt met instemming van de P(G)MR voor 1 mei voor het komende schooljaar een meerjarenformatiebeleid en een bestuursformatieplan op. Hierin staat een meerjarenbegroting voor ten minste 4 jaren, die jaarlijks wordt geactualiseerd en de gevolgen van deze begroting voor de formatie. In het bestuursformatieplan is opgenomen hoe de financiële middelen bovenschools  en aan de scholen worden toebedeeld en wat dan de beschikbare formatie per school is. Bij de werkgever moeten daarnaast regelingen aanwezig zijn voor de introductie en begeleiding van startende werknemers en voor vervangingsbeleid. De kaders waarbinnen de scholen mogen werken en strategische doelen van de organisatie worden door het schoolbestuur vastgelegd.
Tot zover niet anders dan dat dit in de vorige CAO PO geregeld was.

Schoolniveau

Er zullen meerdere gesprekken gevoerd worden tussen de directie en het team over de werkverdeling op schoolniveau. Voorafgaand aan dat gesprek zal de directie de werkzaamheden voor het volgende schooljaar in kaart brengen, waaronder het aantal groepen, het aantal (zorg)leerlingen, overige werkzaamheden en geplande scholingen.

De teamleden moeten tijdig op de hoogte zijn van vergaderingen over de werkverdeling, zodat alle teamleden in de gelegenheid zijn daarbij aanwezig te zijn. De werkgever houdt daarbij rekening met teamleden die op verschillende scholen werken.
De documenten die op bestuursniveau worden vastgesteld en de werkzaamheden die de directie voor het volgend schooljaar in kaart heeft gebracht, moeten bekend zijn bij de teamleden. Dit zal niet iedereen in detail kennen, maar ze moeten weten waar ze deze informatie kunnen vinden en er minimaal globaal van op de hoogte zijn.

Draagvlak
Voor invoering van het werkverdelingsplan is voldoende draagvlak binnen het team nodig. Het team stelt vooraf zelf vast hoe wordt bepaald of er voldoende draagvlak bestaat voor Invoering van het werkverdelingsplan, bijvoorbeeld de helft plus 1, 75% van de teamleden of 100%. Dit wordt vastgelegd in het plan.

Het teamgesprek
Zoals in het basis of overlegmodel ook al gebeurde, gaat het team jaarlijks voor de zomervakantie met elkaar in gesprek over de werkzaamheden op school en maakt daar afspraken over. Uitgangspunt bij het gesprek op school over de werkverdeling is dat een medewerker met een voltijdsaanstelling 1659 uur per schooljaar kan worden ingezet.
De CAO PO geeft aan dat in het werkverdelingsplan ten minste worden geregeld:

- De verdeling van de te geven lessen en groepen over de individuele teamleden;

- De verhouding tussen lesgevende taken en overige taken;

- De tijd die leraren nodig hebben voor het voor- en nawerk van de lessen;

- De tijd die onderwijsondersteunend personeel nodig heeft voor het werk binnen en buiten de klas;

- Welke taken worden uitgevoerd en de tijd en verdeling daarvan binnen de gestelde kaders;

- De momenten waarop er op school door teamleden pauze wordt genoten;

- De momenten waarop het team vindt dat teamleden aanwezig moeten zijn op school;

- De besteding van de werkdrukmiddelen;

- De wijze waarop invulling wordt gegeven aan de kaders voor vervangingsbeleid.

Het gebruiken van een normjaartaakformulier is niet verplicht, maar kan een manier zijn om bovenstaande vast te leggen. Zeker als het een meer algemeen formulier is met voor het jaar de juiste uren, zoals professionalisering, duurzame inzetbaarheid en de werkdagen.

Concept-werkverdelingsplan
De directie maakt op basis van het teamgesprek een schriftelijk concept-werkverdelingsplan. De directie houdt rekening met competenties, kwaliteiten, belastbaarheid, wensen en mogelijkheden van individuele teamleden en de noodzakelijke tijd voor professionalisering. De directie legt het concept-werkverdelingsplan voor aan het team ter instemming.

Werkverdelingsplan vast laten stellen door PMR
De directie legt het concept-werkverdelingsplan voor aan de PMR. De PMR heeft instemmingsrecht op het werkverdelingsplan op school en kijkt daarnaast of de procedure tot vaststelling van het plan goed is doorlopen en of het plan draagvlak geniet onder de teamleden.

Medewerkerniveau
Voor de inzet van de medewerker is het werkverdelingsplan het uitgangspunt. De directie bespreekt met elk teamlid voor de zomervakantie de inzet in het volgende schooljaar, inclusief de werkdagen.
Er worden in dat gesprek afspraken gemaakt over professionalisering en de inzet van uren voor duurzame inzetbaarheid. Met wederzijds goedvinden kan worden afgesproken dat een teamlid meer dan 940 uur lesgevende taken heeft, binnen de maximale inzet van 1659 uur.
Je probeert er altijd samen uit te komen, maar mocht dat niet lukken dan mag de directie de inzet van een teamlid voor het volgende schooljaar toch vaststellen. Daar gaan uiteraard meerdere gesprekken aan vooraf.
Hoe en in welk detail werkzaamheden worden vastgelegd, bepaal je als team zelf, maar een vorm van het vastleggen van de gemaakte afspraken is nodig.

Tenslotte
Gesprekken over de werkverdeling kunnen in het team worden gestart voor het bestuursformatieplan definitief is, wel moeten de kaders bekend zijn. Gesprekken met individuele medewerkers kunnen al worden gevoerd voordat het teamgesprek wordt gevoerd. Hierin mag elk bestuur en elke school een eigen weg vinden en kan een natuurlijk proces worden gevolgd. Dus ook hierbij geldt dat er meer vrijheid is in het maken van afspraken over de verdeling van het werk.

Als directeur ondersteuning nodig bij het overleg met je team? Ik ben beschikbaar!

infographic werkverdelingsplan